De bevoegdheid van de gemeenteraad inzake het vaststellen van retributies is versoepeld, zodanig dat de gemeenteraad enkel moet beslissen over het kader en de bijzonderste voorwaarden van de retributie.
Dit houdt onder meer in dat de gemeenteraad diegene aanduidt die de retributie verschuldigd is, voor zover dat niet als vanzelfsprekend volgt uit de aard van de retributie.
De gemeenteraad bepaalt hierdoor ook de voorwaarden van eventuele verminderingen.
Het vaststellen van het tarief zelf en de bepalingen van de wijze van inning kunnen aan het college worden gedelegeerd, hierdoor kan op een vlottere manier worden ingespeeld op veranderende omstandigheden, bijvoorbeeld bij het vaststellen van de prijs van toegangstickets of van consumpties.
Dergelijke delegatie aan het college lijkt wenselijk met betrekking tot sportkampen en -manifestaties, culturele-, jeugd- en seniorenmanifestaties, verkoop van dranken en spijzen, administratieve prestaties,...
In al deze gevallen is het duidelijk dat de gebruiker van de dienst de retributies verschuldigd is.
Het is ook wenselijk dat het college gemachtigd wordt om binnen bepaalde grenzen vermindering van heffing te verlenen.
Het is ook aangewezen om het gemeenteraadsbesluit van 14 januari 2019 betreffende de machtiging aan het college van burgemeester en schepenen tot het heffen van retributies en bepaling van de voorwaarden op te heffen en dat de gemeenteraad deze machtiging aan het College van burgemeester en schepenen hernieuwt.
De artikelen 41 en 162 van de Grondwet.
De artikelen 40 en 41 §2 14° inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad, 177, 286, 287, 288 en 326 tot en met 341 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De artikelen 1, 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 14 januari 2019 betreffende de machtiging aan het college van burgemeester en schepenen tot het heffen van retributies en bepaling van de voorwaarden.
De gemeenteraadsfractie VoorKruisem! dient hierbij een amendement in op volgend agendapunt:
Punt 3 - Machtiging aan het College van Burgemeester en Schepenen tot het heffen van retributies en bepaling van de voorwaarden.
Motivering
Onze fractie ‘VoorKruisem!’ gaat akkoord met het principe dat de toegangs- en deelnamekosten van allerlei culturele, jeugd- of sportmanifestaties niet stuk voor stuk op de gemeenteraad moeten worden geagendeerd en dat het College van Burgemeester en Schepenen in die zaken dus enige bevoegdheid moet krijgen.
In de meeste gemeenten die een gelijkaardige machtiging geven aan het College van Burgemeester en Schepenen staat in het besluit een gedetailleerde lijst van opsommingen van doelgroepen en activiteiten waarvoor er allemaal korting kan worden gegeven.
Zie bijvoorbeeld:
We willen het College van Burgemeester en Schepenen bij de start van deze nieuwe legislatuur graag ons vertrouwen geven, maar net zoals 6 jaar geleden hebben we toch onze bedenkingen bij artikel 3 van dit besluit.
Leeftijd, inwoner zijn van de gemeente, aantal deelnemers per gezin … dat zijn inderdaad allemaal objectief vaststelbare criteria.
“Relatiebeheer van de gemeente” is voor ons echter GEEN objectief criterium.
Het is voor de gemeenteraadsleden, noch voor de personeelsleden van de gemeente duidelijk welke partners of relaties hiervoor in aanmerking komen.
Wij zouden dit laatste criterium dan ook graag concreter in het gemeenteraadsbesluit willen omschrijven.
We dienen daarom een amendement in waarbij we een aantal categorieën gaan opsommen van organisaties die volgens ons vallen onder ‘relatiebeheer van de gemeente’.
Op voorstel van VoorKruisem! :
Tekstwijziging (zie onderlijning)
Artikel 3
Het college kan verminderingen tot maximum 100% voorzien bij vaststelling van retributietarieven in de materies vermeld in art. 2 op basis van volgende objectief vaststelbare criteria:
De gemeenteraadsfractie VoorKruisem! verzoekt hierbij om het amendement openbaar te maken.
Overeenkomstig artikel 18 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad worden de amendementen vóór de hoofdvraag ter stemming gelegd.
Stemming over het amendement :
Met 9 stemmen voor (Steven De Smeytere, Jo Beerens, Anthony Coolsaet, Filip Geysens, Rita De Vuyst, Tilde Vandenbroucke, Jan Herman, Dieter Van Malderghem, Piet Dhont), 16 stemmen tegen (Joop Verzele, Gerrit Depaepe, Sofie Bauters, Robrecht Bothuyne, Kristof Callens, Chris Van der Meeren, Eveline Delbaere, Leentje De Baere, Luc Vandenabeele, Nancy De Sloovere, Mariska Nachtergaele, Frederik Spileers, Marie Vaernewyck, Sofie Vergucht, Emeraude Doom, Lien Moerman)
Het amendement wordt verworpen.
Artikel 1
Het gemeenteraadsbesluit van 14 januari 2019 betreffende de machtiging aan het College van burgemeester en schepenen tot het heffen van retributies en bepaling van de voorwaarden wordt opgeheven bij in werking treden van het delegatiereglement van heden.
Artikel 2
De gemeenteraad geeft vanaf de inwerkingtreding van dit reglement tot 31 december 2031 machtiging aan het college van burgemeester en schepenen tot het heffen van retributies in volgende aangelegenheden:
De tarieven dienen redelijk en in verhouding tot de dienstverlening te zijn en bedragen minimum 0 euro en maximum 500 euro.
Artikel 3
Het college kan verminderingen tot maximum 100% voorzien bij vaststelling van retributietarieven in de materies vermeld in art. 2 op basis van volgende objectief vaststelbare criteria:
Artikel 4
De inning van de retributies kan zowel contant gebeuren als giraal in functie van de praktische mogelijkheden.
Artikel 5
Bij gebrek aan betaling in der minne, wordt het niet betwiste gedeelte van de retributie ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van art. 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Het betwiste gedeelte van de retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de regels van de burgerlijke rechtspleging.
Artikel 6
De machtiging aan het college houdt eveneens de bevoegdheid in tot wijziging van bestaande retributiereglementen aangenomen door de gemeenteraad.
Artikel 7
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 8
Dit delegatiereglement treedt in werking onmiddellijk na de bekendmaking.
Artikel 9
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking op de webtoepassing.