De voorzitter opent de zitting op 19/12/2022 om 19:00.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Bestuursdecreet van 7 december 2018.
De notulen van de vergadering van 14 november 2022 worden goedgekeurd.
Het meerjarenplan 2020-25 is opgemaakt volgens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en de regels, schema's en rekeningstelsels volgens het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het meerjarenplan 2020-25 bestaat uit een strategische nota, een financiële nota, een toelichting en de bijhorende documentatie. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 voorziet in een geïntegreerde planning van het beleid van de gemeente en het O.C.M.W. Dit beleidsrapport omvat de beleidsdoelstellingen en ramingen van zowel de gemeente als het O.C.M.W.
Beide entiteiten blijven als aparte rechtspersonen bestaan, de gemeenteraad en de O.C.M.W.-raad stellen in uitvoering van artikel 249 van het decreet lokaal bestuur elk hun deel van het meerjarenplan vast, waarna de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan, vastgesteld door de O.C.M.W.-raad, goedkeurt.
Het meerjarenplan 2020-25 is financieel in evenwicht (schema M2) gezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat in geen enkel jaar negatief is en de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 minstens gelijk is aan nul. De aangepaste kredieten voor 2022 en 2023 worden per entiteit vastgesteld (schema M3).
Het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het O.C.M.W. samen.
Na beraadslaging.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 249, 250, 254, 255, 256, 259, 286 5 1 30, 287, 330 en 597.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 13 november 2018 betreffende de gemeenten en de openbare centra voor openbaar welzijn, de autonome gemeentebedrijven en de welzijnsverenigingen die de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen toepassen vanaf 1 januari 2019, artikel 1, 7 0 en 18 0 in het bijzonder.
Meerjarenplan 2020-2025 aanpassing 3.
Artikel 1:
Het meerjarenplan 2020-25 aanpassing 3 - deel GEMEENTE wordt vastgesteld en voor verdere behandeling voorgelegd aan de gemeenteraad.
Artikel 2:
Overeenkomstig artikel 250 van het decreet lokaal bestuur bezorgt de gemeente onmiddellijk na de vaststelling de gegevens over het vastgestelde beleidsrapport in digitale vorm aan de Vlaamse regering.
Artikel 3:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeente de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
Het meerjarenplan 2020-25 is opgemaakt volgens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en de regels, schema's en rekeningstelsels volgens het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het meerjarenplan 2020-25 bestaat uit een strategische nota, een financiële nota, een toelichting en de bijhorende documentatie. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 voorziet in een geïntegreerde planning van het beleid van de gemeente en het O.C.M.W. Dit beleidsrapport omvat de beleidsdoelstellingen en ramingen van zowel de gemeente als het O.C.M.W.
Beide entiteiten blijven als aparte rechtspersonen bestaan, de gemeenteraad en de O.C.M.W.-raad stellen in uitvoering van artikel 249 van het decreet lokaal bestuur elk hun deel van het meerjarenplan vast, waarna de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan, vastgesteld door de O.C.M.W.-raad, goedkeurt.
Het meerjarenplan 2020-25 is financieel in evenwicht (schema M2) gezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat in geen enkel jaar negatief is en de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 minstens gelijk is aan nul. De aangepaste kredieten voor 2022 en 2023 worden per entiteit vastgesteld (schema M3).
Het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het O.C.M.W. samen.
Na beraadslaging.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 249, 250, 254, 255, 256, 259, 286 5 1 3 0, 287, 330 en 597.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 13 november 2018 betreffende de gemeenten en de openbare centra voor openbaar welzijn, de autonome gemeentebedrijven en de welzijnsverenigingen die de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen toepassen vanaf 1 januari 2019, artikel 1, 7 0 en 18 0 in het bijzonder.
Meerjarenplan 2020-2025 aanpassing 3.
Artikel 1:
Het meerjarenplan 2020-25 aanpassing 3 wordt goedgekeurd zoals gezien in bijlage.
Artikel 2:
Overeenkomstig artikel 250 van het decreet lokaal bestuur bezorgt de gemeente onmiddellijk na de vaststelling de gegevens over het vastgestelde beleidsrapport in digitale vorm aan de Vlaamse regering.
Artikel 3:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeente de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
In het decreet lokaal bestuur is wel een meerjarenplan voorzien maar geen budget met nominatieve subsidielijst waardoor de nominatieve subsidies via een apart besluit dienen toegekend te worden.
De uitvoerende mandatarissen die een bestuursfunctie opnemen in een vereniging (VZW of feitelijke vereniging) nemen niet deel aan de beraadslagingen en de stemming omtrent de nominatieve subsidie van de desbetreffende vereniging en deze nominatieve subsidies niet zijn opgenomen in subsidielijst maar worden apart geagendeerd.
Er zijn kredieten voor nominatieve subsidies opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 - aanpassing 3.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie van de gemeente Kruisem werden vooraf getoetst of zij voldoen aan de voorwaarden opgelegd in de algemene regeling en procedure voor het toekennen van nominatieve subsidies.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn ingelicht over de procedure die zij moeten volgen om uitbetaling van hun subsidie te bekomen.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn op de hoogte gebracht omtrent de verantwoording die zij moeten voorleggen betreffende de aanwending van de bekomen subsidie.
De verenigingen waaraan een nominatieve subsidie wordt toegekend hebben ook effectief een verantwoordingsdossier ingediend dat de basis vormt van de nominatieve subsidie.
Het decreet lokaal bestuur van 21 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 tweede lid 23e inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad, artikelen 286, 287 en 288 inzake bekendmaking en inwerkingtreding, en de artikelen 326 tot en met 341 inzake administratief toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, in het bijzonder art. 1, 2 en 3.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het besluit van de gemeenteraad van 23 december 2019 betreffende de algemene regeling en procedure voor toekennen nominatieve subsidies.
Artikel 1:
De nominatieve subsidies 2023 worden toegekend aan volgende vereniging(en):
| Naam vereniging |
Toelage (euro) |
Aanwending |
| Vriendenkring Rwanda |
3 000 |
Tegemoetkoming huurkosten opslagplaats hulpgoederen |
| Vriendenkring vrijwillige brandweer |
1 860 |
Deelname aan buitenlands tornooi |
| Burgerbescherming Zingem |
700 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten en toezicht gemeentelijke activiteiten (gratis) |
| Vriendenkring civiele bescherming |
7 500 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten en toezicht gemeentelijke activiteiten (gratis) |
| Adelardus Huise vzw |
2 100 |
Bijdrage in de organisatiekosten Dorpsfeest Huise, Landbouwcontactdag en andere activiteiten |
| d'Ouwegemse Fluitjes |
2 000 |
Bijdrage in de organisatiekosten Fluitjesfeesten (coördinerende organisator) |
| Confrérie van het Heilige Kruis |
250 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten |
| De Zingemse Wielervrienden |
1 500 |
Bijdrage in de organisatiekosten Meerskantfeesten) |
| Euro-Kartoenale vzw |
5 500 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten en de specifieke organisatiekosten tentoonstellingen |
| Heem- en Geschiedkundige Kring Hultheim |
1 500 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten |
| Heemkundige Kring Huizingouw vzw |
1 000 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten |
| Koninklijke Fanfare Het Lyrisch Genootschap |
1 000 |
Opluisteren van gemeentelijke kermissen en plechtigheden (gratis) |
| Koninklijke Fanfare Nokere |
2 500 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten en opluisteren van kermis Nokere (gratis) |
| Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia Kruishoutem |
5 500 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten (incl. jeugdharmonie) |
| Kruishoutems Reuzengild |
1 400 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten en uitstappen met de reuzen binnen de gemeente (gratis) |
| Kunstkring Triangel |
1 000 |
Bijdrage in de organisatiekosten jaarlijkse tentoonstelling |
| NSB Kruishoutem |
225 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten |
| Oudstrijdersbond (NSB) Huise |
225 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten |
| Oudstrijdersbond (NSB) Zingem |
225 |
Bijdrage in de algemene werkingskosten |
| Wijkraad Marolle |
1 500 |
Bijdrage in de organisatiekosten Marollekermis en andere activiteiten |
| Verbroedering De Biest vzw |
1 500 |
Bijdrage in de organisatiekosten Biestfeesten en andere activiteiten |
| KSK Zingem |
2 800 |
inzaaien 2 voetbalvelden |
| KVC Nokere-Kruishoutem |
5 600 |
inzaaien 4 voetbalvelden |
| VCE Huise-Ouwegem |
1 400 |
inzaaien 1 voetbalveld |
| JH Nuitgang |
1 500 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
| Heuvelheem |
500 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
| KVG bond gehandicapten |
250 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
| Kind en gezin, plaatselijke afdeling raadpleging der zuigelingen |
200 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
| Bloedgevers Huise-Ouwegem-Lozer |
125 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
| Bloedgevers Zingem |
125 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
| Liberale ziekenzorg Zingem |
250 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
| Rode Kruis afdeling Kruisem |
125 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
| Samana Huise-Ouwegem |
250 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
| Samana Kruishoutem |
250 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
| Samana Sint-Bavo |
250 |
Bijdragen in de algemene werkingskosten |
Artikel 2:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 3:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
In toepassing van artikel 27§1 1e van het DLB verlaat schepen baron Bernard della Faille d’Huysse de vergadering voor de behandeling van dit punt.
In het decreet lokaal bestuur is wel een meerjarenplan voorzien maar geen budget met nominatieve subsidielijst waardoor de nominatieve subsidie via een apart besluit dient toegekend te worden.
De uitvoerende mandatarissen die een bestuursfunctie opnemen in een vereniging (VZW of feitelijke vereniging) nemen niet deel aan de beraadslagingen en de stemming omtrent de nominatieve subsidie van de desbetreffende vereniging.
Er zijn kredieten voor nominatieve subsidies opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 - aanpassing 3.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie van de gemeente Kruisem werden vooraf getoetst of zij voldoen aan de voorwaarden opgelegd in de algemene regeling en procedure voor het toekennen van nominatieve subsidies.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn ingelicht over de procedure die zij moeten volgen om uitbetaling van hun subsidie te bekomen.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn op de hoogte gebracht omtrent de verantwoording die zij moeten voorleggen betreffende de aanwending van de bekomen subsidie.
De verenigingen waaraan een nominatieve subsidie wordt toegekend hebben ook effectief een verantwoordingsdossier ingediend dat de basis vormt van de nominatieve subsidie.
Het decreet lokaal bestuur van 21 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 tweede lid 23e inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad, artikelen 286, 287 en 288 inzake bekendmaking en inwerkingtreding, en de artikelen 326 tot en met 341 inzake administratief toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, in het bijzonder art. 1, 2 en 3.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het besluit van de gemeenteraad van 23 december 2019 betreffende de algemene regeling en procedure voor toekennen nominatieve subsidies.
Artikel 1:
Er wordt een nominatieve subsidie 2023 toegekend aan Koninklijke verbroedering Henri Van Oost ten bedrage van 350 euro als bijdrage in de jaarlijkse herdenking en bloemenhulde 11 novemberviering.
Artikel 2:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 3:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
In toepassing van artikel 27§1 1e van het DLB verlaten schepenen Robrecht Bothuyne en baron Bernard della Faille d’Huysse de vergadering voor de behandeling van dit punt.
In het decreet lokaal bestuur is wel een meerjarenplan voorzien maar geen budget met nominatieve subsidielijst waardoor de nominatieve subsidie via een apart besluit dient toegekend te worden.
De uitvoerende mandatarissen die een bestuursfunctie opnemen in een vereniging (VZW of feitelijke vereniging) nemen niet deel aan de beraadslagingen en de stemming omtrent de nominatieve subsidie van de desbetreffende vereniging.
Er zijn kredieten voor nominatieve subsidies opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 - aanpassing 3.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie van de gemeente Kruisem werden vooraf getoetst of zij voldoen aan de voorwaarden opgelegd in de algemene regeling en procedure voor het toekennen van nominatieve subsidies.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn ingelicht over de procedure die zij moeten volgen om uitbetaling van hun subsidie te bekomen.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn op de hoogte gebracht omtrent de verantwoording die zij moeten voorleggen betreffende de aanwending van de bekomen subsidie.
De verenigingen waaraan een nominatieve subsidie wordt toegekend hebben ook effectief een verantwoordingsdossier ingediend dat de basis vormt van de nominatieve subsidie.
Het decreet lokaal bestuur van 21 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 tweede lid 23e inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad, artikelen 286, 287 en 288 inzake bekendmaking en inwerkingtreding, en de artikelen 326 tot en met 341 inzake administratief toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, in het bijzonder art. 1, 2 en 3.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het besluit van de gemeenteraad van 23 december 2019 betreffende de algemene regeling en procedure voor toekennen nominatieve subsidies.
Artikel 1:
Er wordt een nominatieve subsidie 2023 toegekend aan Nokere Sport ten bedrage van 60.000 euro als bijdrage in de organisatiekosten Nokere Koerse en randactiviteiten.
Artikel 2:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 3:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
In toepassing van artikel 27§1 1e van het DLB verlaat schepen Gerrit Depaepe de vergadering voor de behandeling van dit punt.
In het decreet lokaal bestuur is wel een meerjarenplan voorzien maar geen budget met nominatieve subsidielijst waardoor de nominatieve subsidie via een apart besluit dient toegekend te worden.
De uitvoerende mandatarissen die een bestuursfunctie opnemen in een vereniging (VZW of feitelijke vereniging) nemen niet deel aan de beraadslagingen en de stemming omtrent de nominatieve subsidie van de desbetreffende vereniging.
Er zijn kredieten voor nominatieve subsidies opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 - aanpassing 3.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie van de gemeente Kruisem werden vooraf getoetst of zij voldoen aan de voorwaarden opgelegd in de algemene regeling en procedure voor het toekennen van nominatieve subsidies.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn ingelicht over de procedure die zij moeten volgen om uitbetaling van hun subsidie te bekomen.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn op de hoogte gebracht omtrent de verantwoording die zij moeten voorleggen betreffende de aanwending van de bekomen subsidie.
De verenigingen waaraan een nominatieve subsidie wordt toegekend hebben ook effectief een verantwoordingsdossier ingediend dat de basis vormt van de nominatieve subsidie.
Het decreet lokaal bestuur van 21 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 tweede lid 23e inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad, artikelen 286, 287 en 288 inzake bekendmaking en inwerkingtreding, en de artikelen 326 tot en met 341 inzake administratief toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, in het bijzonder art. 1, 2 en 3.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het besluit van de gemeenteraad van 23 december 2019 betreffende de algemene regeling en procedure voor toekennen nominatieve subsidies.
Artikel 1:
Er wordt een nominatieve subsidie 2023 toegekend aan de Koninklijke harmonie Sint-Cecilia Zingem (inclusief jeugdafdeling) ten bedrage van 3.500 euro als bijdrage in de algemene werkingskosten en het opluisteren van gemeentelijke kermissen en plechtigheden.
Artikel 2:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 3:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
In toepassing van artikel 27§1 1e van het DLB verlaat burgemeester-voorzitter Joop Verzele de vergadering voor de behandeling van dit punt. Het voorzitterschap wordt voor dit punt waargenomen door schepen Robrecht Bothuyne.
In het decreet lokaal bestuur is wel een meerjarenplan voorzien maar geen budget met nominatieve subsidielijst waardoor de nominatieve subsidie via een apart besluit dient toegekend te worden.
De uitvoerende mandatarissen die een bestuursfunctie opnemen in een vereniging (VZW of feitelijke vereniging) nemen niet deel aan de beraadslagingen en de stemming omtrent de nominatieve subsidie van de desbetreffende vereniging.
Er zijn kredieten voor nominatieve subsidies opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 - aanpassing 3.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie van de gemeente Kruisem werden vooraf getoetst of zij voldoen aan de voorwaarden opgelegd in de algemene regeling en procedure voor het toekennen van nominatieve subsidies.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn ingelicht over de procedure die zij moeten volgen om uitbetaling van hun subsidie te bekomen.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn op de hoogte gebracht omtrent de verantwoording die zij moeten voorleggen betreffende de aanwending van de bekomen subsidie.
De verenigingen waaraan een nominatieve subsidie wordt toegekend hebben ook effectief een verantwoordingsdossier ingediend dat de basis vormt van de nominatieve subsidie.
Het decreet lokaal bestuur van 21 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 tweede lid 23e inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad, artikelen 286, 287 en 288 inzake bekendmaking en inwerkingtreding, en de artikelen 326 tot en met 341 inzake administratief toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, in het bijzonder art. 1, 2 en 3.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het besluit van de gemeenteraad van 23 december 2019 betreffende de algemene regeling en procedure voor toekennen nominatieve subsidies.
Artikel 1:
Er wordt een nominatieve subsidie 2023 toegekend aan Gulden Eifeesten ten bedrage van 35.000 euro als bijdrage in de organisatiekosten van de Gulden Eifeesten.
Artikel 2:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 3:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
In toepassing van artikel 27§1 1e van het DLB verlaat schepen Kristof Callens de vergadering voor de behandeling van dit punt.
In het decreet lokaal bestuur is wel een meerjarenplan voorzien maar geen budget met nominatieve subsidielijst waardoor de nominatieve subsidie via een apart besluit dient toegekend te worden.
De uitvoerende mandatarissen die een bestuursfunctie opnemen in een vereniging (VZW of feitelijke vereniging) nemen niet deel aan de beraadslagingen en de stemming omtrent de nominatieve subsidie van de desbetreffende vereniging.
Er zijn kredieten voor nominatieve subsidies opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 - aanpassing 3.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie van de gemeente Kruisem werden vooraf getoetst of zij voldoen aan de voorwaarden opgelegd in de algemene regeling en procedure voor het toekennen van nominatieve subsidies.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn ingelicht over de procedure die zij moeten volgen om uitbetaling van hun subsidie te bekomen.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn op de hoogte gebracht omtrent de verantwoording die zij moeten voorleggen betreffende de aanwending van de bekomen subsidie.
De verenigingen waaraan een nominatieve subsidie wordt toegekend hebben ook effectief een verantwoordingsdossier ingediend dat de basis vormt van de nominatieve subsidie.
Het decreet lokaal bestuur van 21 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 tweede lid 23e inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad, artikelen 286, 287 en 288 inzake bekendmaking en inwerkingtreding, en de artikelen 326 tot en met 341 inzake administratief toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, in het bijzonder art. 1, 2 en 3.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het besluit van de gemeenteraad van 23 december 2019 betreffende de algemene regeling en procedure voor toekennen nominatieve subsidies.
Artikel 1:
Er wordt een nominatieve subsidie 2023 toegekend aan L’ Equino ten bedrage van 17.500 euro als bijdrage in de organisatiekosten paardensportevenement en randactiviteiten.
Artikel 2:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 3:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
In toepassing van artikel 27§1 1e van het DLB verlaten schepen Gerrit Depaepe en raadslid Geoffrey Verleyen de vergadering voor de behandeling van dit punt.
In het decreet lokaal bestuur is wel een meerjarenplan voorzien maar geen budget met nominatieve subsidielijst waardoor de nominatieve subsidie via een apart besluit dient toegekend te worden.
De uitvoerende mandatarissen die een bestuursfunctie opnemen in een vereniging (VZW of feitelijke vereniging) nemen niet deel aan de beraadslagingen en de stemming omtrent de nominatieve subsidie van de desbetreffende vereniging.
Er zijn kredieten voor nominatieve subsidies opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 - aanpassing 3.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie van de gemeente Kruisem werden vooraf getoetst of zij voldoen aan de voorwaarden opgelegd in de algemene regeling en procedure voor het toekennen van nominatieve subsidies.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn ingelicht over de procedure die zij moeten volgen om uitbetaling van hun subsidie te bekomen.
De verenigingen die in aanmerking komen voor het toekennen van een subsidie zijn op de hoogte gebracht omtrent de verantwoording die zij moeten voorleggen betreffende de aanwending van de bekomen subsidie.
De verenigingen waaraan een nominatieve subsidie wordt toegekend hebben ook effectief een verantwoordingsdossier ingediend dat de basis vormt van de nominatieve subsidie.
Het decreet lokaal bestuur van 21 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 tweede lid 23e inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad, artikelen 286, 287 en 288 inzake bekendmaking en inwerkingtreding, en de artikelen 326 tot en met 341 inzake administratief toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, in het bijzonder art. 1, 2 en 3.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het besluit van de gemeenteraad van 23 december 2019 betreffende de algemene regeling en procedure voor toekennen nominatieve subsidies.
Artikel 1:
Er wordt een nominatieve subsidie 2023 toegekend aan de Drijkeuningen Zingem ten bedrage van 1.500 euro als bijdrage in de organisatiekosten van het Drijkeuningenfeest.
Artikel 2:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 3:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
Het behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad om de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten vast te stellen tenzij het gaat over opdrachten die passen binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’ of de raad de opdrachten nominatief heeft toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten als de raad de overheidsopdracht nominatief heeft toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.
Het is voor de soepele werking van het bestuur wenselijk dat een aantal overheidsopdrachten inzake investeringen van beperkte omvang nominatief worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.
Na beraadslaging.
De artikelen 41, § 2,10°, art. 56, § 3, 6°, 269 en 285 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Het KB van 18 april 2017 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
Het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Artikel 1:
Onderstaande overheidsopdrachten worden nominatief toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen:
| 2022 | 2023 | |
| Digitale infoborden op invalswegen (ACT-159) | 65.000 | |
| Gemeentehuis Kruishoutem (ACT-163): oa verbouwing gemeentecomplex Zingem (bibliotheek) en energetische verbouwing gemeentehuis | 20.000 | 50.000 |
| Gemeentelijke loods Zingem (ACT-165): o.a herstelwerken dak, plaatsen zonnepanelen | 66.631 | 80.000 |
| Gemeentelijke loods Kruishoutem (ACT-166): oa vernieuwen /structureel herstel dak | 10.000 | 100.000 |
| Cultuurcentrum De Mastbloem (ACT-167): oa digitalisering theatertechnieken | 31.762 | |
| Administratief centrum Zingem (ACT-184): inrichting subgedeelte bibliotheek | 55.000 | |
| De Griffel (ACT-185): oa herstel dakrand, theaterdoeken | 55.000 | 30.000 |
| Gemeentelijke basisschool De Bosrank (ACT-188): o.a renovatie dak kleuterblok, valdempende ondergrond, platte daken herstellen/vernieuwen, zonnepanelen | 160.000 | 220.000 |
| Gemeentelijke basisschool De Weide Wereld (ACT-189): oa afwerking klasuitbreiding, digitale borden vernieuwen | 100.000 | 674.000 |
| Gemeenschapszalen (ACT-192): o.a inrichting/meubilair dorpshuis |
30.000 | |
| KLJ lokaal Ouwegem (ACT-193): oa sloop gebouw KLJ en plaatsen afsluiting |
80.000 | |
| Rollend materieel (ACT-204): gefaseerd vervangen voertuigen |
451.881 | 50.000 |
| Materieel en machines (ACT-205): o.a verkeersborden en flitspalen, lastoestel, hakselaar, multimachine met toebehoren, nadar |
25.000 | 225.000 |
| Overig kunst- en cultuurbeleid (ACT-235): oa aankoop kunstwerk |
20.000 | |
| Opmaak van een duurzame ruimtelijke visie (ACT-246): oa beleidsplan ruimte |
72.213 | 75.000 |
| Opmaak ruimtelijke uitvoeringsplannen (ACT-247) |
61.552 | 35.000 |
| Project trage wegen (ACT-249) |
30.000 | 30.000 |
| Laadpalen elektrische voertuigen (ACT-273) |
75.000 | 15.000 |
| Speeltoestellen en skateterreinen (ACT-278): |
60.000 | 79.500 |
| Voetbalsite Zingem: (ACT-280): oa verwarmingsinstallatie, verlichting |
60.000 | |
| digitalisering (ACT-91): o.a informaticamaterieel |
75.000 | 154.000 |
Het college van burgemeester en schepenen is derhalve bevoegd om voor bovenstaande opdrachten:
Artikel 2:
Een afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan de algemeen en de financieel directeur.
Artikel 3:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
De tarieven voor de ambtshalve en/of noodzakelijke tussenkomst van de gemeentelijke diensten zijn niet meer in verhouding met de werkelijke kosten. Door de stijgende grondstofprijzen van de materialen, hogere personeelskosten en energiekosten voor machines en rollend materieel is een aanpassing van de huidige tarieven noodzakelijk, alsook het vaste tarief voor de dossierkosten. Dit vast tarief zal niet aangerekend worden in combinatie met een GAS boete of een andere bestuurlijke of strafrechtelijke sanctie.
De aanpassing van de tarieven voor tussenkomsten van gemeentelijke diensten zijn louter afgeronde indexeringen van de bestaande tarieven.
Het is aangewezen om het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2019 betreffende het aannemen van een retributieverordening op ambtshalve en/of noodzakelijke tussenkomsten van de gemeentelijke diensten op te heffen vanaf 1 januari 2023.
De ontvangsten en uitgaven van de gemeente moeten in evenwicht gehouden worden. Het hernieuwen van deze retributie is budgettair noodzakelijk.
De artikelen 41 en 162 van de Grondwet.
De artikelen 40, 41, 286, 287, 288, 326 tot en met 341 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De artikelen 1, 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2019 betreffende het aannemen van een retributieverordening op ambtshalve en/of noodzakelijke tussenkomsten van de gemeentelijke diensten voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Artikel 1:
Het gemeenteraadsbesluit van de gemeente Kruisem van 18 november 2019 betreffende het aannemen van een retributieverordening op ambtshalve en/of noodzakelijke tussenkomsten van de gemeentelijke diensten wordt met ingang van 1 januari 2023 opgeheven.
Artikel 2:
Er wordt een retributie geheven op ambtshalve en/of noodzakelijke tussenkomsten van de gemeentelijke diensten voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025.
Artikel 3:
Het bedrag van de retributie op ambtshalve en/of noodzakelijke tussenkomsten van de gemeentelijke diensten wordt vastgesteld als volgt:
| PRESTATIE |
EENHEID |
TARIEF |
| Materialen |
|
kostende prijs |
| Dossierkosten |
vast tarief |
90 euro |
| Administratief personeel |
prijs per begonnen uur / per persoon |
55 euro |
| Gemeentewerklieden |
prijs per begonnen uur / per persoon |
50 euro |
| Voertuig <3,5T (incl. bestuurder) |
prijs per begonnen uur |
70 euro |
| Vrachtwagen (incl. bestuurder) |
prijs per begonnen uur |
95 euro |
| Landbouwtractor (incl. bestuurder) |
prijs per begonnen uur |
95 euro |
| Graafmachine (incl. machinist) |
Prijs per begonnen uur |
120 euro |
Artikel 4:
De retributie is verschuldigd door diegenen die de tussenkomst noodzakelijk maken.
Artikel 5:
De retributie wordt betaald na voorlegging van de factuur door de gemeente.
Artikel 6:
Bij gebrek aan betaling in der minne, wordt het niet betwiste gedeelte van de retributie ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van art. 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Het betwiste gedeelte van de retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de regels van de burgerlijke rechtspleging.
Artikel 7:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 8:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking op de webtoepassing.
De gemeente en haar burgers worden regelmatig geconfronteerd met afvalstoffen die worden achtergelaten op niet-reglementaire wijze.
Het is noodzakelijk dat sluikstort zo vlug mogelijk verwijderd wordt, omdat dit past in een algemeen streven naar een nette en leefbare gemeente.
Het verwijderen en verwerken van deze achtergelaten afvalstoffen vergt extra inspanningen van de gemeentelijke diensten en/of het inzetten van een externe firma en gaat gepaard met extra kosten voor de gemeente.
Afvalstoffen op onrechtmatige wijze achtergelaten bij publieke afvalcontainers worden eveneens als sluikstort aanzien.
Deze kosten worden berekend en verhaald op de sluikstorter.
Bij elk GAS dossier rond sluikstorten wordt niet enkel de opgelegde GAS boete gefactureerd, maar wordt ook een retributie voor het opruimen toegevoegd.
Uit nieuwe inzichten en juridische uitspraken is gebleken dat in bepaalde gevallen de huidige werkwijze - waarbij een hoog feitelijk forfaitair basistarief wordt toegepast - in strijd is met het concept van een retributie.
Vanuit het Agentschap Binnenlands Bestuur werd er immers op gewezen dat de aan te rekenen retributie louter kostendekkend mag zijn.
Daarbij wordt o.a. rekening gehouden met:
Daarnaast komt het huidige minimumtarief van 350 euro voor de burger niet billijk over wanneer het om heel beperkte en soms onbewust sluikstorten gaat. Uit diverse GASdossiers van de Provinciaal sanctionerend ambtenaar blijkt ook dat een differentiatie in de toepassing van de retributie op het ambtshalve opruimen van sluikstorten aangewezen is.
Een aanpassing van het retributiereglement van 23 december 2019 is dan ook nodig omdat de retributie op het opruimen van sluikstorten dient te worden gebaseerd op de werkelijke administratieve en technische kost.
De werkelijke kost zal bepaald worden op basis van de tarieven voorzien in het retributiereglement van 19 december 2022 op ambtshalve en/of noodzakelijke tussenkomsten van de gemeentelijke diensten. Het tarief van de dossierkosten zal niet aangerekend worden in combinatie met een GAS boete of een andere bestuurlijke of strafrechtelijke sanctie.
Bij sluikstorten vanaf 15 kg of wanneer het om klein en gevaarlijk afval gaat zullen de effectieve verwerkingskosten worden doorgerekend.
De milieuraad gaf op 12 oktober 2022 een positief advies voor de aanpassing van het geldende retributiereglement van 23 december 2019.
Het is aangewezen om het gemeenteraadsbesluit van 23 december 2019 betreffende het aannemen van een retributiereglement op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente op te heffen vanaf 1 januari 2023.
De ontvangsten en uitgaven van de gemeente moeten in evenwicht gehouden worden. Het hernieuwen van deze retributie is budgettair noodzakelijk.
De artikelen 41 en 162 van de Grondwet.
De artikelen 40, 41, 286, 287, 288, 326 tot en met 341 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De artikelen 1, 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM).
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet) met latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Het Algemeen Politiereglement van de gemeenten van de politiezone Vlaamse Ardennen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 10 mei 2021 (en latere wijzigingen).
Het gemeenteraadsbesluit van 23 december 2019 betreffende het aannemen van een retributiereglement op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2022 betreffende het aannemen van een retributiereglement op ambtshalve en/of noodzakelijke tussenkomsten van de gemeentelijke diensten voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025.
Het advies van de milieuraad van 12 oktober 2022.
Artikel 1:
Het gemeenteraadsbesluit van 23 december 2019 betreffende het aannemen van een retributieverordening op ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente wordt met ingang van 1 januari 2023 opgeheven.
Artikel 2:
Er wordt een retributie geheven op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025.
Artikel 3:
Het bedrag van de retributie op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door de gemeente wordt gebaseerd op de werkelijke administratieve en technische kost. De werkelijke kostprijs zal bepaald worden op basis van de tarieven voorzien in het retributiereglement van 19 december 2022 op ambtshalve en/of noodzakelijke tussenkomsten van de gemeentelijke diensten.
Bij sluikstorten vanaf 15 kg of wanneer het om klein en gevaarlijk afval gaat worden de verwerkingskosten aangerekend tegen de kostprijs.
In geval van verwijdering en/of verwerking door een externe firma op verzoek van de gemeente gebeurt de aanrekening aan de werkelijke kostprijs volgens de factuur van de externe firma.
Artikel 4:
De retributie is verschuldigd door de persoon die afvalstoffen achterlaat, opslaat of stort op de openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 23 december 2011 (en alle latere wijzigingen) betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Indien er meerdere daders zijn, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie.
Artikel 5:
De retributie wordt betaald na voorlegging van de factuur door de gemeente.
Artikel 6:
Bij gebrek aan betaling in der minne, wordt het niet betwiste gedeelte van de retributie ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van art. 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Het betwiste gedeelte van de retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de regels van de burgerlijke rechtspleging.
Artikel 7:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 8:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking op de webtoepassing.
De financiële toestand van de gemeente Kruisem rechtvaardigt en vereist de invoering van alle rendabele belastingen.
Naast het financieel hoofddoel wordt ook een nevendoelstelling nagestreefd. De gemeente Kruisem wordt gekenmerkt door zijn landelijk karakter. Masten en pylonen verstoren dit landelijk karakter en hebben een visuele impact voor de gemeente Kruisem en diens inwoners en bezoekers.
De aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente heeft een substantiële invloed op de aantrekkingskracht van Kruisem als woonomgeving. Het invoeren van een belasting op masten en pylonen is dan ook verantwoord.
Omwille van deze doelstellingen is het dan ook objectief en redelijk verantwoord om enkel de masten en pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter te belasten, gezien de hoogte een doorslaggevende invloed heeft op het storend karakter van een mast en/of pyloon.
In de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit wordt aanbevolen om constructies voor het produceren van groene energie belastingvermindering te geven of vrij te stellen en de constructies voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten eveneens vrij te stellen.
Om het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen wordt er eveneens voorzien in een vrijstelling van belasting voor constructies rond windenergie of andere vormen van groene stroom. Het landschapsverstorend element wordt hier gecompenseerd door het milieuvriendelijk aspect ervan.
Voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen is communicatie en bereikbaarheid essentieel. Hiervoor zijn masten en pylonen een onmisbare schakel. Omwille van hun maatschappelijk belang is een vrijstelling verantwoord.
De gemeente doet eveneens inspanningen om haar verenigingen te ondersteunen in hun activiteiten.
Constructies voor louter recreatief gebruik zijn duidelijk te onderscheiden van constructies van commerciële ondernemingen. Gezien de afwezigheid van enig bedrijfsmatig aspect wordt voor constructies voor louter recreatief gebruik eveneens een vrijstelling voorzien.
De artikelen 41 en 162 van de Grondwet.
De artikelen 40, 41, 286, 287, 288 en 326 tot en met 341 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De artikelen 1, 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Artikel 1:
Er wordt een belasting geheven op allerhande masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente Kruisem, geplaatst in openlucht en zichtbaar vanaf de openbare weg voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025.
Artikel 2:
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder
Artikel 3:
Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld: 2.500 euro per mast of pyloon.
De belasting is ondeelbaar, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.
Artikel 4:
Van de belasting zijn vrijgesteld:
constructies voor louter recreatief gebruik.
Artikel 5:
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast en/of pyloon, zoals gedefinieerd in artikel 2 van dit reglement, die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente Kruisem bevindt. De eigenaar van de constructie en/of de grond waarop de masten en pylonen werden opgericht, is mee hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 6:
De eigenaar(s) van masten en/of pylonen ontvangt (ontvangen) van het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem (hen) behoorlijk ingevuld en ondertekend vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.
Alle aangiftes dienen uiterlijk op 30 september van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur te worden ingediend.
Artikel 7:
De belastingplichtige dient elke wijziging in het aantal masten en/of pylonen, zoals gedefinieerd in artikel 2 van dit reglement, waarvan hij eigenaar is geworden tijdens het aanslagjaar op eigen initiatief aan het gemeentebestuur bekend te maken binnen de maand na de wijziging.
Artikel 8:
Bij onvolledige, onjuiste, onnauwkeurige aangifte of bij gebrek aan tijdige aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop deze belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve belasting wordt verhoogd met 50 % van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Artikel 9:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 10:
De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Dit aanslagbiljet moet, na ontvangst van het uitvoerbaar verklaarde kohier door de financieel directeur, zo spoedig mogelijk aan de belastingschuldige worden overhandigd.
Artikel 11:
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, enerzijds naar de bezwaarindiener en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur.
Artikel 12:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 13:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
Overeenkomstig artikel 40 WGP stemt elke gemeenteraad in de meergemeentezone de dotatie die aan het lokaal politiekorps moet worden toegekend en die aan de politiezone wordt gestort.
Het K.B. van 15 januari 2003 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentezone stelt dat het percentage van het aandeel van elke gemeente in de globale gemeentelijke dotatie wordt bepaald in onderling akkoord tussen de verscheiden gemeenteraden.
Onder de deelnemende gemeenten in de politiezone is er een onderling unaniem akkoord gesloten waarbij het netto-tekort van de uitgaven min de ontvangsten worden verdeeld onder alle gemeenten volgens de hieronder bepaalde verdeelsleutel (percentage) :
| STAD / GEMEENTE |
VERDEELSLEUTEL 2023. |
| Kluisbergen |
8,80 % |
| Kruisem |
20,12 % |
| Oudenaarde |
63,61 % |
| Wortegem-Petegem |
7,47 % |
In het kader van de optimalisatie van de financiering van de politiezone op het vlak van de buitengewone dienst werd eveneens besloten om het tekort of de bijdragen van de gemeenten in de gewone dienst te ontlasten door de buitengewone dienst apart van de gewone bijdrage te gaan financieren door middel van een investeringstoelage die wordt vastgesteld op grond van dezelfde verdeelsleutel.
Ten gevolge van de overeengekomen verdeelsleutel wordt de gemeentelijke werkingstoelage voor Kruisem bepaald op :
De gemeentelijke werkingstoelage 2023 aan de politiezone wordt ingeschreven in de uitgaven van het meerjarenplan 2020-2025 / boekjaar 2023 van Kruisem.
Ten gevolge van de overeengekomen verdeelsleutel de gemeentelijke investeringstoelage voor Kruisem wordt bepaald op :
De gemeentelijke investeringstoelage 2023 aan de politiezone wordt ingeschreven in de uitgaven van van het meerjarenplan 2020 - 2025 / boekjaar 2023 van Kruisem.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid de artikelen 34, 40, 71, 250bis.
Het K.B. van 16 november 2001 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentezone.
Het K.B. van 5 juni 2002 tot wijziging van het K.B. van 16 november 2001.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De ministeriële omzendbrief PLP 29 dd. 7 januari 2003 betreffende de begroting van de politiezone en de gemeentelijke dotaties aan de politiezones.
Artikel 1:
De gemeentelijke werkingsdotatie aan de politiezone Vlaamse Ardennen voor het dienstjaar 2023 ten laste van de gemeente Kruisem wordt vastgesteld op 1 256 354,48 EUR.
De noodzakelijke kredieten worden ingeschreven in de uitgaven van het meerjarenplan 2020 - 2025 voor het boekjaar 2023.
Artikel 2:
De gemeentelijke investeringsdotatie aan de politiezone Vlaamse Ardennen voor het dienstjaar 2023 ten laste van de gemeente Kruisem wordt vastgesteld op 99 895,80 EUR.
De noodzakelijke kredieten worden ingeschreven in de uitgaven van het meerjarenplan 2020 - 2025 voor het boekjaar 2023.
Artikel 3:
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de minister van Binnenlandse Zaken, de heer Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen, de korpschef van de politiezone Vlaamse Ardennen, de bijzonder rekenplichtige van de politiezone Vlaamse Ardennen en de plaatselijke financieel directeur.
Artikel 4 :
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
Het tekort op de begroting van de hulpverleningszone Vlaamse Ardennen dient gedragen te worden door de steden en gemeenten die deel uitmaken van de hulpverleningszone.
De zoneraad heeft een verdeelsleutel heeft vastgesteld voor de gemeentelijke dotaties op grond van de volgende parameters :
- inwonersaantal : 60 %
- gebouwd KI + outillage KI : 30 %
- ongebouwd KI : 5 %
- financiële draagkracht gemeten door gemiddeld inkomen/aangifte : 5 %.
De gemeenteraden van de zone dienen hun akkoord te geven over de verdeelsleutel van de gemeentelijke dotaties en dienen het bedrag van de gemeentelijke dotaties in te schrijven in de gemeentebudgetten.
De verdeelsleutel voor de gemeentelijke dotatie aan de hulpverleningszone ten laste van de gemeente Kruisem wordt vastgesteld op 9,7659 %.
Ten gevolge van de overeengekomen verdeelsleutel werd de gemeentelijke werkingstoelage te betalen door de gemeente Kruisem bepaald op 481 899 EUR.
De gemeentelijke werkingstoelage 2023 aan de hulpverleningszone wordt ingeschreven in de uitgaven van het meerjarenplan 2020 – 2025 / boekjaar 2023.
Ten gevolge van de overeengekomen verdeelsleutel wordt de gemeentelijke investeringstoelage te betalen door de gemeente Kruisem bepaald op 208 624 EUR.
De gemeentelijke investeringstoelage 2023 aan de hulpverleningszone wordt ingeschreven in de uitgaven van het meerjarenplan 2020 - 2025 / boekjaar 2023.
De wet van 31 december 1963 betreffende de Civiele Bescherming en alle latere wijzigingen.
De aanvullende overeenkomst tussen alle gemeenten binnen de prezone Vlaamse Ardennen van 25 februari 2003 en gewijzigd op 16 oktober 2007.
De wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid en alle latere wijzigingen, in het bijzonder de artikelen 67 en 68.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het KB van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones.
Het KB van 4 april 2014 inzake de vaststelling, berekening en betaling van de federale basisdotatie voor de hulpverleningszones.
Het KB van 19 april 2014 tot bepaling van de verdeelsleutel van de bijkomende federale dotatie aan de prezones en aan de hulpverleningszones.
De ministeriële omzendbrief van 14 augustus 2014 betreffende de gemeentelijke dotaties aan de hulpverleningszones – criteria.
Artikel 1
De gemeentelijke werkingsdotatie aan de Hulpverleningszone Vlaamse Ardennen voor het dienstjaar 2023 ten laste van de gemeente Kruisem wordt vastgesteld op 481 899,00 EUR.
De noodzakelijke kredieten worden ingeschreven in de uitgaven van het meerjarenplan 2020 - 2025 voor het boekjaar 2023.
Artikel 2:
De gemeentelijke investeringsdotatie aan de hulpverleningszone Vlaamse Ardennen voor het dienstjaar 2023 ten laste van de gemeente Kruisem wordt vastgesteld op 208 624,00 EUR.
De noodzakelijke kredieten worden ingeschreven in de uitgaven van het meerjarenplan 2020 - 2025 voor het boekjaar 2023.
Artikel 3 :
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de minister van Binnenlandse Zaken, de heer Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen, de voorzitter van de hulpverleningszone Vlaamse Ardennen, de bijzonder rekenplichtige van de hulpverleningszone Vlaamse Ardennen en de plaatselijke financieel directeur.
Artikel 4 :
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.
De gemeente is verplicht een dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van restafval uit te bouwen en moet eveneens voorzien in een recyclagepark. De inwoners zijn verplicht gebruik te maken van de huis-aan-huisinzamelingen voor huishoudelijk afval. Ieder gezin dient een diftarcontainer te aanvaarden voor de inzameling van restafval; voor de bedrijven en verenigingen is dit een aanbod maar geen verplichting. Het is gerechtvaardigd dat iedereen een kleine vaste bijdrage levert voor het systeem, onafhankelijk van de hoeveelheid aangeboden afval.
Ten gevolge van de uitbreiding van de beheersoverdracht naar IMOG voor de inrichting en uitbating van de recyclageparken beschikt Kruisem over intergemeentelijke recyclageparken. Dit biedt de opportuniteit dat inwoners uit de gemeenten/steden, die goedkeuring gaven aan de beheersoverdracht inzake de uitbating van de parken, gebruik kunnen maken van alle afgestemde intergemeentelijke IMOG-parken (wat bijvoorbeeld nuttig is op de dagen dat het park in de eigen gemeente gesloten is of voor wie dichterbij een park van de buurgemeente woont …). Men moet dus niet meer aangemeld zijn in de gemeente als aansluitingspunt voor huis-aan-huisinzameling om gebruik te kunnen maken van de betalende gedeeltes van recyclageparken.
Kruisem beschikt over 2 recyclageparken waarbij de vaststelling van de hoeveelheid aan betalende fracties op het 'recyclagepark Melkerijstraat' gebeurt door wegingen en op het 'recyclagepark Bekestraat' door vaststelling van het volume door de parkwachter. Het gemiddelde soortelijk gewicht voor groenafval bedraagt 0,35 kg/l, hiermee kan de retributie voor de volumes vastgesteld worden. Op deze manier bedraagt de retributie per begonnen eenheid van 50 liter 0,7 euro.
De onderstaande tarieven, voorgesteld door Imog, worden reeds toegepast op de Kruisemse recyclageparken en wijzigen niet via dit besluit.
| tarief |
deelstroom |
retributie |
| 1 |
AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) Glazen flessen en flacons Hard groenafval (snoeihout) KGA Matrassen en tapijten Metalen Milieustraatje Papier en karton PMD (in reguliere zak) Recycleerbaar hout Vlak glas |
gratis |
| 2 |
Recycleerbaar bouw en sloop Zacht groenafval Niet-recycleerbaar hout Gips - cellenbeton Boomstronken |
€ 0,04/kg |
| 3 |
Grofvuil – te storten Grofvuil – te verbranden Recycleerbaar grofvuil Niet-recycleerbaar bouw- en sloopafval Hechtgebonden asbestcement |
€ 0,20/kg |
Op de intergemeentelijke parken wordt sinds 1 januari 2020 een gratis quotum van 500 kg groenafval voorzien per gezin per jaar. Er wordt eveneens een gratis quotum aan hechtgebonden asbestcement van 200 kg per jaar per gezin voorzien. Deze gratis quota wijzigen niet via dit besluit.
Ook de inzameling van landbouwfolie wordt aangehouden. Dit is een bedrijfsafvalstof en in samenspraak met IMOG worden hiervoor afzonderlijke inzameldata voorzien op het 'recyclagepark Melkerijstraat'.
Voor de tarifering van de recyclageparken in Kruisem zijn er dus geen wijzigingen via dit besluit.
Op het vlak van de huis-aan-huisophaling en de retributie voor het gebruik van de gemeentelijke inzamelkanalen wijzigt het tarief per kg aangeboden restafval wel. Dit gebeurt op voorstel van de Raad van Bestuur van IVLA. Het college van burgemeester en schepenen wenst in te gaan op de vraag van IVLA zodat er uniformiteit is inzake tarieven. Het opzet is steeds geweest om te komen tot een maximale integratie van het principe ‘de vervuiler betaalt’ bij het vastleggen van het tarief/kg. Zo werd destijds de €0,25/kg ingevoerd. Wat nu voorligt is de actualisatie van het tarief gebaseerd op hetzelfde principe 'de vervuiler betaalt'.
De retributie voor het gebruik van gemeentelijke inzamelkanalen ten bedrage van 2 euro per maand wijzigt niet. Ze wordt toegepast per 'begonnen maand' en bedraagt maximaal 24 euro per jaar. Ook de minimumretributie van 1,25 euro wijzigt niet en wordt aangerekend per begonnen maand.
Ook de inzameling van snoeihout aan huis blijft gratis voorzien en de extra services van IMOG op afroep (inzameling grofvuil, asbestcement, puin, groenafval) worden behouden en rechtstreeks verrekend tussen de aanvrager en IMOG.
Het is aangewezen om het gemeenteraadsbesluit van 8 november 2021 tot vaststelling van het retributiereglement huishoudelijk afval en vergelijkbaar bedrijfsafval – inzameling en verwijdering van restafval via de huis-aan-huisinzameling en het gebruik van de betalende gedeeltes van de intergemeentelijke recyclageparken op te heffen vanaf 1 januari 2023.
De ontvangsten en uitgaven van de gemeente moeten in evenwicht gehouden worden. Het hernieuwen van deze retributie is budgettair noodzakelijk.
De artikelen 41 en 162 van de Grondwet.
De artikelen 40, 41, 286, 287, 288, 326 tot en met 341 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De artikelen 1, 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (het materialendecreet) van 23 december 2011.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (het Vlarema) van 17 februari 2012.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring van het uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en vergelijkbaar bedrijfsafval van 16 september 2016.
De gemeenteraadsbesluiten van de gemeente Kruishoutem van 16 april 2018 en van de gemeente Zingem van 19 april 2018 houdende de intentie voor de uitwerking van het afvalbeleid – concept inzamelingen en keuze samenwerking voor de verdere uitwerking.
Het gemeenteraadsbesluit van 13 mei 2019 houdende de keuze van de intergemeentelijk samenwerking voor de uitwerking van het afvalbeleid.
Het gemeenteraadsbesluit van 23 september 2019 houdende goedkeuring van de politieverordening betreffende de inzameling en het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.
Het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2019 tot uitbreiding van de beheersoverdracht naar de intergemeentelijke vereniging IMOG toe voor wat betreft de inrichting en uitbating van de recyclageparken.
Het voorstel van de operationele werkgroep rond de intergemeentelijke recyclageparken (IGRP) van 28 oktober 2020 en navolgende beleidswerkgroep van 26 november 2020 tot harmonisering van de huishoudelijke reglementen en de retributiereglementen voor de IGRP.
Het gemeenteraadsbesluit van 8 november 2021 tot vaststelling van het retributiereglement huishoudelijk afval en vergelijkbaar bedrijfsafval – inzameling en verwijdering van restafval via de huis-aan-huisinzameling en het gebruik van de betalende gedeeltes van de intergemeentelijke recyclageparken voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Het advies van de milieuraad in zitting van 28 november 2022.
Artikel 1:
Het gemeenteraadsbesluit van 8 november 2021 tot vaststelling van het retributiereglement huishoudelijk afval en vergelijkbaar bedrijfsafval – inzameling en verwijdering van restafval via de huis-aan-huisinzameling en het gebruik van de betalende gedeeltes van de intergemeentelijke recyclageparken wordt met ingang van 1 januari 2023 opgeheven.
HUIS- AAN- HUISINZAMELING
Artikel 2:
Er wordt een retributie geheven op:
1) het gebruik van de gemeentelijke inzamelkanalen voor afval
2) het ophalen en verwijderen van restafval dat via de huis-aan-huisinzameling wordt opgehaald
voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025.
Artikel 3:
Het bedrag van de retributie wordt als volgt vastgesteld:
§1 voor het gebruik van de gemeentelijke inzamelkanalen
€ 2/begonnen maand/aansluitingspunt voor de huis-aan-huisinzameling van restafval met een maximum van € 24/jaar
§2 voor het ophalen en verwijderen van restafval dat via de huis-aan-huisomhaling wordt opgehaald - prijs per aanbieding en per kg:
| volume container |
€/aanbieding |
€/kg |
| 40 liter container |
0,15 |
0,32 |
| 120 liter container |
0,30 |
0,32 |
| 240 liter container |
0,60 |
0,32 |
| 1100 liter container |
2,93 |
0,32 |
met een minimumretributie per aansluitingspunt: € 1,25 per begonnen maand, zelfs al wordt de container niet aangeboden.
Artikel 4:
De retributie is verschuldigd voor ieder aansluitingspunt in het kader van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van de restfractie van het huishoudelijk afval en naar aard en hoeveelheid vergelijkbaar bedrijfsafval
Artikel 5:
De retributie vermeld in artikel 3 wordt betaald na voorlegging van de jaarlijkse factuur door de gemeente. Op de factuur worden de verschillende retributies zoals voorzien onder artikel 3 afzonderlijk weergegeven.
INTERGEMEENTELIJKE RECYLCAGEPARKEN
Artikel 6:
Er wordt een retributie geheven op het gebruik van de betalende gedeeltes van de intergemeentelijke recyclageparken voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025.
Artikel 7:
Het bedrag van de retributie wordt als volgt vastgesteld:
§1. voor het gebruik van het betalend gedeelte van het intergemeentelijk recyclagepark Melkerijstraat
| tarief |
deelstroom | retributie |
| 1 | AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) Glazen flessen en flacons Hard groenafval (snoeihout) KGA Matrassen en tapijten Metalen Milieustraatje Papier en karton PMD (in reguliere zak) Recycleerbaar hout Vlak glas |
gratis |
| 2 |
Recycleerbaar bouw en sloop Zacht groenafval Niet-recycleerbaar hout Gips - cellenbeton Boomstronken |
€ 0,04/kg |
| 3 |
Grofvuil – te storten Grofvuil – te verbranden Recycleerbaar grofvuil Niet-recycleerbaar bouw- en sloopafval Hechtgebonden asbestcement |
€ 0,20/kg |
§2 voor het gebruik van het betalend gedeelte voor het intergemeentelijk recyclagepark Bekestraat
| tarief |
deelstroom |
retributie |
| 1 |
AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) Glazen flessen en flacons Hard groenafval (snoeihout) KGA Matrassen en tapijten Metalen Milieustraatje Papier en karton PMD (in reguliere zak) Vlak glas |
gratis |
| 2 |
Zacht groenafval |
€ 0,7/begonnen 50 l € 14/m³ |
§3 voor het gebruik van het betalend gedeelte van het intergemeentelijk recyclagepark Melkerijstraat voor landbouwfolie op speciaal voorziene data
| tarief |
deelstroom |
retributie |
| 1 |
Recycleerbare landbouwfolie |
€ 0,04/kg |
| 2 |
Niet-Recycleerbare landbouwfolie | € 0,20/kg |
Artikel 8:
Voor de bezoeken aan de intergemeentelijke recyclageparken wordt er jaarlijks een gratis quotum van 500 kg groenafval en een gratis quotum van 200 kg hechtgebonden asbestcement toegekend per gezin.
Artikel 9:
§1. De retributie voor het betalend gedeelte van het intergemeentelijk recyclagepark Melkerijstraat wordt direct ter plekke betaald bij het verlaten van het betalend gedeelte.
§2. Bij aanvoer van verschillende betalende fracties in 1 weging, wordt voor het totale gewicht afval de retributie aangerekend van de aangevoerde afvalsoort met de duurste retributie.
§3. Per bezoek aan het betalend gedeelte van het intergemeentelijk recyclagepark wordt een minimumbedrag aangerekend van 2 euro als deelname in de exploitatiekosten, met uitzondering van de gratis fracties, de gratis hoeveelheid van de fracties zacht groen en hechtgebonden asbestcement.
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 10:
Bij gebrek aan betaling in der minne, wordt het niet-betwiste gedeelte van de retributie ingevorderd overeenkomstig de bepalingen in art. 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Het betwiste gedeelte van de retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de regels van de burgerlijke rechtspleging.
Artikel 11:
De diensten van de gemeente en het OCMW zijn vrijgesteld van deze retributie.
Artikel 12:
Het college wordt gemachtigd om, in functie van een verdere intergemeentelijke aanpak en een efficiëntere werking binnen een groter geheel, een uitgebreidere beheeroverdracht te sluiten voor de inning van de retributies.
Artikel 13:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 14:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking op de webtoepassing.
Artikel 15:
Een afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan IMOG en IVLA. In samenwerking met IMOG zal een communicatie worden voorzien via de intergemeentelijke en gemeentelijke infokanalen.
In uitvoering van de afspraken met betrekking tot de organisatie van de RVV op zondag 2 april 2023, gemaakt op het infomoment dd. donderdag 8 december 2022 met de Gouverneur, de betrokken burgemeesters en noodplanningscoördinatoren, wordt voorgesteld om dit besluit bij hoogdringendheid toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van heden.
Alle vergunningsaanvragen moeten immers op straffe van niet-ontvankelijkheid ten laatste op 10 februari 2023 bij de burgemeester worden ingediend. Teneinde een voldoende termijn te garanderen voor het indienen van de vergunningsaanvragen, wordt dit agendapunt nog aan de agenda van de zitting van heden.
Artikel 2, §1, van de wet van 24 juni 2013 betreffende gemeentelijke administratieve sancties aan de gemeenteraad de keuzevrijheid laat politiestraffen of administratieve sancties te bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of verordeningen.
De gemeenteraad kan voorzien in een politieverordening waarin de overtredingen zijn opgenomen die hij strafbaar wenst te houden op het grondgebied van de stad/gemeente.
Op zondag 2 april 2023 doorkruist de wielerwedstrijd "Ronde van Vlaanderen voor dames elite” en “Ronde van Vlaanderen voor heren elite" het grondgebied van onze gemeente.
De doortocht van deze wielerwedstrijd brengt traditioneel een enorme volkstoeloop met zich mee, vooral bij de start, aankomst, en langs hellingen en kasseistroken.
De laatste jaren werden tal van commerciële activiteiten langsheen de reisweg van de wielerwedstrijd georganiseerd.
Dergelijke activiteiten worden voornamelijk georganiseerd op locaties die op zich al veel toeschouwers aantrekken waardoor de te nemen veiligheidsmaatregelen ter hoogte van deze delen van de reisweg moeten verhoogd worden.
Een coördinatie en overleg tussen de verschillende organisatoren van activiteiten op dezelfde locatie is aangewezen.
Het is wenselijk dat de organisatoren van de verschillende activiteiten onderling de nodige afspraken maken inzake opvang van de toeschouwers, parkings, afvalbeleid, enz … teneinde de overlast voor de bewoners langsheen deze delen van de reisweg tot een minimum te beperken.
Een aantal bijkomende maatregelen dringen zich op om zowel de veiligheid van de toeschouwers te kunnen waarborgen en om het normaal verloop van de wedstrijd te kunnen garanderen:
Het is aangewezen hiervoor een bestendig aanvullend verkeersreglement uit te vaardigen.
Nieuwe gemeentewet, gecodificeerd bij koninklijk besluit van 24 juni 1988 en bekrachtigd bij wet van 24 juni 1988, inzonderheid de artikelen 119 en 135 §2.
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en bijhorende koninklijke besluiten tot uitvoering van deze wet.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 40, 41 en 326 tot en met 341.
Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.
Wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk wetboek, de Nieuwe Gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie.
Wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Koninklijk besluit van 28 juni 2019 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de alle-terreinwedstrijden.
Koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende de oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening.
Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of beheer op nationaal niveau vereisen.
Koninklijk besluit van 18 mei 2020 tot vaststelling van het nationaal noodplan betreffende de aanpak van een terroristische gijzelneming of terroristische aanslag.
Koninklijk besluit van 28 juni 2019 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de alle-terreinwedstrijden.
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid art. 5.3.12.1. en art. 5.3.12.2.
Omzendbrief van 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties.
Omzendbrief OOP 45 ter begeleiding van het koninklijk besluit van 28 juni 2019 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de alle-terreinwedstrijden.
Ministeriële omzendbrief NPU-1 van 26 oktober 2006 betreffende de nood- en interventieplannen.
Ministeriële omzendbrief NPU-4 van 30 maart 2009 betreffende de disciplines.
Ministeriële omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 van de minister van Binnenlandse Zaken houdende gecoördineerde algemene onderrichtingen inzake ordehandhaving.
Omzendbrief KB/ABB2018/4 van 20 juli 2018 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het provinciedecreet van 9 december 2005.
I. Activiteiten op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein
Artikel 1
Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd "Ronde van Vlaanderen voor Vrouwen” en “Ronde van Vlaanderen voor Elite”, en die doorgaat op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet-afgesloten terrein, wordt op zondag 2 april 2023 slechts toegelaten op voorwaarde dat deze door de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft, voorafgaandelijk en schriftelijk werd vergund.
Alle vergunningsaanvragen moeten op straffe van niet-ontvankelijkheid ten laatste op 10 februari 2023 bij de burgemeester worden ingediend.
De vergunningsaanvraag moet de volgende gegevens vermelden :
Artikel 2
Ten laatste op 17 maart 2023 verzendt de burgemeester aan de in artikel 1 bedoelde aanvragers hetzij de vergunning, hetzij een gemotiveerde weigering van vergunning. In de vergunning wordt duidelijk gesteld onder welke voorwaarden zij wordt verleend.
De organisatoren van de vergunde activiteiten hebben de plicht de voorwaarden onder dewelke de vergunning werd verleend, na te leven.
Een afschrift van de vergunde activiteiten wordt aan de korpschef van de lokale politie en aan de zonecommandant van de hulpverleningszone bezorgd, en, indien van toepassing, aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Artikel 3
Indien wordt vastgesteld dat een organisator één of meerdere voorwaarden waaronder de vergunning werd verleend, niet naleeft kan de burgemeester de vergunning intrekken.
Het niet naleven van een of meerdere voorwaarden in het verleden kan door de burgemeester als motief ingeroepen worden om het verlenen van de vergunning te weigeren.
II. Activiteiten in een besloten plaats met openbaar karakter
Artikel 4
Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd "Ronde van Vlaanderen voor Vrouwen” en Ronde van Vlaanderen voor Elite”, en die doorgaat in een besloten plaats maar die voor iedereen vrij toegankelijk is, hetzij gratis, hetzij tegen betaling van een inkomgeld, hetzij op vertoon van een toegangskaart of een uitnodiging wanneer deze ter beschikking wordt gesteld van eenieder die ze aanvraagt, dient ten laatste op 10 februari 2023 gemeld aan de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft. De melding dient de gegevens te bevatten opgesomd in artikel 1.
Artikel 5
De burgemeester kan in functie van het aantal aanvragen of meldingen en de juiste locatie van de aangevraagde of gemelde activiteiten één of meerdere coördinatievergaderingen organiseren met de organisator van een randactiviteit en met de verschillende hulpdiensten teneinde de nodige afspraken te maken inzake opvang van de toeschouwers en/of genodigden, de in te richten parkings, het in te huren sanitair, de vrij te houden evacuatiewegen, de te plaatsen veiligheidsvoorzieningen, enz …
Artikel 6
De burgemeester kan de activiteiten zoals bedoeld in artikel 4 doen stopzetten indien aan de voorafgaandelijk bepaalde afspraken (artikel 5) niet wordt voldaan of indien ze een gevaar vormen voor de openbare orde (openbare rust, openbare veiligheid of openbare gezondheid).
III. Veiligheidszones
Artikel 7
De burgemeester kan op basis van een risico-analyse, rekening houdend met de massale volkstoeloop op bepaalde plaatsen en de aard van het terrein, op voorhand een gebied als veiligheidszone definiëren, ten einde de openbare veiligheid en orde beter te kunnen beheersen.
Een veiligheidszone is een duidelijk afgebakend gebied waar bijkomende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn omwille van het groot aantal mensen, de beperkte mobiliteit, de aanwezigheid van risicoverzwarend materiaal (tenten, gasflessen,…)
Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit anders dan vermeld onder rubriek I en II, die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd "Ronde van Vlaanderen voor Vrouwen” en Ronde van Vlaanderen voor Elite” en die plaats vindt in een veiligheidszone, dient eveneens ten laatste op 10 februari 2023 gemeld aan de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft. De melding dient de gegevens te bevatten opgesomd in artikel 1.
De burgemeester organiseert rekening houdend met het aantal aanvragen of meldingen en de juiste locatie van de aangevraagde of gemelde activiteiten één of meerdere coördinatievergaderingen met de organisator van een randactiviteit en met de verschillende hulpdiensten teneinde in nauwe samenspraak met de lokale veiligheidscel één inplantingsplan en één veiligheidsplan op te maken voor de hele veiligheidszone.
Artikel 8
Naargelang de veiligheidszone zich bevindt op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein, dan wel op een besloten plaats die voor iedereen vrij toegankelijk is, zijn de bepalingen van respectievelijk artikel 2 en 3, dan wel artikel 6 van toepassing.
IV. Algemene bepalingen
Artikel 9 : Normatief kader
Onverminderd zijn algemene bevoegdheid in het kader van de openbare orde, hanteert de burgemeester volgend besluit als normatief kader om de veiligheid van de randactiviteiten af te toetsen :
Algemeen Politiereglement Politiezone Vlaamse Ardennen - goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 10 mei 2021.
Artikel 10 : Sancties
Overtredingen op de bepalingen van artikel 1, 4 en 7 van deze verordening zullen worden bestraft met een administratieve geldboete van maximum 350 euro.
Onverminderd de toepassing van een administratieve geldboete moet de overtreder van de bepalingen van artikel 1, 4 en 7 alsook degene die één of meerdere voorwaarden niet naleeft zich schikken naar de aanmaningen van de burgemeester zo niet houdt de stad/gemeente zich het recht voor de nodige maatregelen te treffen op kosten en risico van de overtreder.
De stad/gemeente houdt zich hetzelfde recht voor indien de organisator van de activiteit niet tijdig kan worden opgezocht.
De burgemeester kan in toepassing van artikel 135 Nieuwe Gemeentewet ter vrijwaring van de openbare orde een randactiviteit verbieden.
Artikel 11 :
De overtredingen op dit besluit zullen beteugeld worden met politiestraffen.
Artikel 12 :
Deze politieverordening wordt bekendgemaakt op de wijze voorgeschreven door artikel 285 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 13 :
Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan:
- de procureur des konings te Oudenaarde
- de hoofdgriffier van de rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde
- de hoofdgriffier van de politierechtbank te Oudenaarde
- de federale politie te Oudenaarde
- de politiezone Vlaamse Ardennen
- de lokale politie Kruisem
- de brandweerzone Vlaamse Ardennen
- de afdeling Infra
- de dienst communicatie
Artikel 14 :
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur wordt de toezichthoudende overheid in kennis gesteld van de bekendmaking van dit besluit via de webtoepassing.
Op 8 november 2017 werd door de voormalige gemeente Zingem een goedkeuring verleend voor het verkavelen van de gronden ter hoogte van Driesstraat 20 door NV Danneels Development.
In de voorwaarden stond het volgende bepaald : ‘de gemeenteraadsbeslissing d.d. 14 september 2017 houdende goedkeuring van het wegtracé en wegenisontwerp in de ontworpen verkaveling, dient stipt gevolgd’.
Artikel 2 van deze beslissing houdt het volgende in :
De gronden voor de wegenis- en rioleringswerken en de uitgevoerde infrastructuurwerken zullen, na de definitieve oplevering, door de verkavelaar NV Danneels Development kosteloos overgedragen worden aan de gemeente'.
De definitieve oplevering is reeds gebeurd op 7 maart 2022.
Het afbakeningsplan van de wegzate zoals opgemaakt door landmeter Noël Martens op 14 april 2022.
Het gaat over een oppervlakte volgens het metingsplan van 766,11 m² en kadastraal bekend onder 6e afdeling, sectie C, 9040K P0000.
De modelakte van overdracht werd opgemaakt door het kantoor van de besloten vennootschap “Van Innis & De Wever, geassocieerde notarissen”, met zetel te Kruisem, Dorpsstraat 7.
Alle kosten, zoals opmetings- en schattingskosten evenals de notariskosten, zijn ten laste van de overdragende partij(en).
De wegzate wordt door de overdracht opgenomen in het openbaar domein van de gemeente Kruisem.
De artikelen 41 en 162 van de Grondwet.
De artikelen 40, 41 en 326 tot en met 341 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De artikelen 1, 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De modelakte zoals opgesteld door de BV Notaris Johan De Blauwe Notarisvennootschap, met zetel te 9620 Zottegem, Kastanjelaan 91.
Artikel 1:
De modelakte houdende de overdracht van de wegenis in de verkaveling Danneels (ter hoogte van Driesstraat 20) zoals opgesteld door het kantoor van de besloten vennootschap “Van Innis & De Wever, geassocieerde notarissen”, met zetel te Kruisem, Dorpsstraat 7, wordt goedgekeurd.
Artikel 2:
De kosten voor deze akte worden gedragen door de overdragende partij.
Artikel 3:
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de verkoopaktes te ondertekenen en de gemeente te vertegenwoordigen bij de notariële verplichtingen.
Artikel 4:
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het kantoor van de besloten vennootschap “Van Innis & De Wever, geassocieerde notarissen”, met zetel te Kruisem, Dorpsstraat 7.
Artikel 5:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking op de webtoepassing.
Bij de herinrichting van bedrijventerrein Zaubeek in 2016 werd een strook grond gekocht van BVBA De Mulder Alain voor aanleg van een fietspad. Deze ontwerpakte werd goedgekeurd door de gemeenteraad van Kruishoutem op 12 september 2016.
Na aanleg van het fietspad vreesde de eigenaar dat zijn afsluiting schade ging ondervinden. Om die reden werd het verlijden van de akte telkens uitgesteld. Ondertussen wenst de verkoper de akte te verlijden. Deze werd geactualiseerd door de notaris, de voorwaarden van destijds zijn echter ongewijzigd. Omwille van de fusie wordt de geactualiseerde ontwerpakte opnieuw goedgekeurd.
De artikelen 41 en 162 van de Grondwet.
De artikelen 40, 41 en 326 tot en met 341 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december
2017 en latere wijzigingen.
De artikelen 1, 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Artikel 1:
De geactualiseerde akte houdende de aankoop van een perceel grond, gelegen langs de Stokstraat, en kadastraal gekend, eerste afdeling, sectie C deel van nummers 75/B en 76/D, met een oppervlakte volgens metingsplan van 93 m², wordt goedgekeurd.
De aankoop zal gebeuren tegen de prijs van 10.444,10 euro inclusief wederbeleggingsvergoeding en exclusief eventuele wachtintresten.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de akte te ondertekenen en de gemeente te vertegenwoordigen bij de notariële verplichtingen.
Artikel 3:
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan notaris Liesbeth Matthys.
Artikel 4:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking op de webtoepassing.
De Bulkenstraat is de oude voetweg nr. 66 in het vroegere Zingem.
Op 9 mei 1969 werd door de vroegere gemeente Zingem een verkavelingsvergunning verleend voor de huidige woningen (nr. 2 en 4) waarbij een rooilijn werd ontworpen die echter nooit werd bekrachtigd;
De eerste bouwvergunning dateert van 10 juni 1969 voor het bouwen van een woning.
Aangezien een bouwvergunning maar kan verleend worden aan een uitgeruste weg, is dit een duidelijke indicatie dat deze weg op dat moment reeds uitgerust was met de nutsvoorzieningen die toen bestonden, dus inclusief verlichting.
Volgens de bevolkingsgegevens is er reeds bewoning aanwezig in deze straat sedert 1971.
Het achtergelegen deel van deze voetweg werd afgeschaft (besluit BD 29/06/1984).
Momenteel ligt deze weg nog volledig op privé-eigendom alhoewel er een openbaar gebruik van meer dan 30 jaar is (zie motivatie in de voorgaande leden).
De gemeente zou deze weg nu willen opnemen in het openbaar domein.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 19 september 2022 tot en met 19 oktober 2022.
Tijdens het openbaar onderzoek werd het volgende ingediend :
Bezwaar 1 : vraag tot vergoeding voor het af te stane deel
Bezwaar 2 : vraag tot vergoeding voor het af te stane deel
Bezwaar 3 : vraag tot vergoeding voor het af te stane deel
De gemeenteraad neemt over de 3 bezwaren het volgende standpunt in :
Aangezien de rooilijn geen verbreding van de wegzate inhoudt, is een vergoeding niet meteen noodzakelijk. Er wordt immers gebruik gemaakt van artikel 13, §5 GWD welke voorziet in een opname in het openbaar domein – zonder vergoeding – op basis van verkrijgende verjaring
Bezwaar 4 houdt een vraag tot verduidelijking in
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019 en de latere wijzigingen hierop.
Het rooilijn- en afbakeningsplan van deze weg zoals opgemaakt door landmeter Noël Martens
Artikel 13 §5 van het GWD bepaalt het volgende :
Als de gemeente met betrekking tot een grondstrook al dertig jaar bezitshandelingen heeft gesteld waaruit de wil van de gemeente om eigenaar te worden van de wegbedding duidelijk tot uiting komt, dan is de gemeenteraad ertoe gerechtigd om de grondstrook zonder financiële vergoeding op te nemen in het openbaar domein, zonder toepassing van artikel 28.
Voor de toepassing van het eerste lid worden onder meer het aanbrengen van een duurzame wegverharding over het geheel of over een substantieel deel van de weg of het aanbrengen van openbare verlichting als bezitshandelingen beschouwd.
De motivatie in het overwegend gedeelte waaruit blijkt dat de gemeente reeds meer dan 30 jaar bezitshandelingen heeft gedaan, zullen deze gronden via het in het vorig vermelde artikel GWD in bezit worden genomen.
Artikel 3 GWD:
“Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”
Artikel 4 GWD:
“Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen
Het opnemen van deze weg in het openbaar domein is noodzakelijk voor de uitwerking van haar infrastructuur. Momenteel kunnen er door de bestaande situatie geen aanpassingen gebeuren aan de nutsvoorzieningen.
De wegzate wordt volgens het afbakeningsplan opgemaakt door landmeter Noël Martens kosteloos in bezit genomen en opgenomen in het openbaar domein.
.
Artikel 1 :
Het rooilijnplan van de Bulkenstraat ( BW nr. 66, gelegen te Kruisem, deelgemeente Zingem) zoals te zien op het rooilijnplan opgemaakt door landmeter Noël Martens wordt definitief aanvaard en die in bijlage is bij dit besluit.
De wegzate wordt volgens het afbakeningsplan, opgemaakt door landmeter Noël Martens, kosteloos in bezit genomen en opgenomen in het openbaar domein.
Artikel 2 :
De gemeenteraad neemt de motivatie over de weerlegging van de bezwaren integraal over en maakt het tot het zijne.
Artikel 3 :
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 4 :
Dit besluit wordt bekend gemaakt aan het publiek op de volgende manieren:
Artikel 5 :
Als de gemeente niet binnen een termijn van dertig dagen op de hoogte is gebracht van een georganiseerd administratief beroep als vermeld in artikel 24 van het gemeentewegendecreet, wordt het besluit tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en gepubliceerd op de gemeentelijke website.
Het besluit heeft uitwerking veertien dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Perceel 2 ruwbouw en afwerking van het gemeentecomplex Huise werd uitgevoerd door aannemer Bouw & Renovatie. De werken kenden echter heel veel vertraging en bij in gebruikname van het gebouw waren er heel wat onafgewerkte zaken en discussiepunten. Na diverse vergaderingen en afspraken werd uiteindelijk op 22 februari 2021 de voorlopige oplevering geweigerd. De aannemer werd meermaals in gebreke gesteld en geïnformeerd dat de vertragingsboete ging aangerekend worden.
Uiteindelijk werd kantoor Rasschaert advocaten aangesteld om dit dossier al dan niet via de rechtbank af te handelen. Uiteindelijk werd in onderhandeling een overeenkomst bereikt waarbij de aannemer nog een aantal attesten zal bezorgen om het as-built dossier te vervolledigen, maar dat de resterende openstaande punten niet meer door hem afgewerkt worden. Daarbij zal het openstaande bedrag van de eindstaat (56.424,51 euro excl. BTW en excl. herziening) niet betaald worden aan de aannemer. Dit bedrag zal aangewend worden om de restpunten af te werken en als compensatie voor de extra werkuren. Bijgevolg wordt aansluitend overgegaan tot oplevering van de werken en vrijgave van de borg.
Overeenkomstig artikel 41, 17° van het Decreet over het lokaal bestuur is de gemeenteraad bevoegd voor het aangaan van andere dadingen dan dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.
Dadingsovereenkomst
Artikel 1:
In het kader van de overheidsopdracht ‘Herbouwen van het gemeentecomplex Huise – perceel 2 – ruwbouw en afwerking’ wordt een dading met aannemer NV B & R – Bouw & Renovatie afgesloten teneinde het geschil dat tussen de gemeente Kruisem en NV B & R was gerezen definitief te beëindigen.
Artikel 2:
De bijgevoegde dadingsovereenkomst wordt goedgekeurd en maakt integraal deel uit van dit besluit.
De voorzitter sluit de zitting op 19/12/2022 om 21:42.
Aldus vastgesteld en beslist in zitting van heden.
De agenda is afgehandeld.
Vanwege de gemeenteraad,
Namens Gemeenteraad,
Kris Nachtergaele
Algemeen directeur
Joop Verzele
Burgemeester-voorzitter