De financiële toestand van de gemeente Kruisem rechtvaardigt en vereist de invoering van alle rendabele belastingen.
Naast het financieel hoofddoel wordt ook een nevendoelstelling nagestreefd. De gemeente Kruisem wordt gekenmerkt door zijn landelijk karakter. Masten en pylonen verstoren dit landelijk karakter en hebben een visuele impact voor de gemeente Kruisem en diens inwoners en bezoekers.
De aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente heeft een substantiële invloed op de aantrekkingskracht van Kruisem als woonomgeving. Het invoeren van een belasting op masten en pylonen is dan ook verantwoord.
Omwille van deze doelstellingen is het dan ook objectief en redelijk verantwoord om enkel de masten en pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter te belasten, gezien de hoogte een doorslaggevende invloed heeft op het storend karakter van een mast en/of pyloon.
In de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit wordt aanbevolen om constructies voor het produceren van groene energie belastingvermindering te geven of vrij te stellen en de constructies voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten eveneens vrij te stellen.
Om het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen wordt er eveneens voorzien in een vrijstelling van belasting voor constructies rond windenergie of andere vormen van groene stroom. Het landschapsverstorend element wordt hier gecompenseerd door het milieuvriendelijk aspect ervan.
Voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen is communicatie en bereikbaarheid essentieel. Hiervoor zijn masten en pylonen een onmisbare schakel. Omwille van hun maatschappelijk belang is een vrijstelling verantwoord.
De gemeente doet eveneens inspanningen om haar verenigingen te ondersteunen in hun activiteiten.
Constructies voor louter recreatief gebruik zijn duidelijk te onderscheiden van constructies van commerciële ondernemingen. Gezien de afwezigheid van enig bedrijfsmatig aspect wordt voor constructies voor louter recreatief gebruik eveneens een vrijstelling voorzien.
De artikelen 41 en 162 van de Grondwet.
De artikelen 40, 41, 286, 287, 288 en 326 tot en met 341 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De artikelen 1, 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Artikel 1:
Er wordt een belasting geheven op allerhande masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente Kruisem, geplaatst in openlucht en zichtbaar vanaf de openbare weg voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025.
Artikel 2:
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder
Artikel 3:
Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld: 2.500 euro per mast of pyloon.
De belasting is ondeelbaar, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.
Artikel 4:
Van de belasting zijn vrijgesteld:
constructies voor louter recreatief gebruik.
Artikel 5:
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast en/of pyloon, zoals gedefinieerd in artikel 2 van dit reglement, die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente Kruisem bevindt. De eigenaar van de constructie en/of de grond waarop de masten en pylonen werden opgericht, is mee hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 6:
De eigenaar(s) van masten en/of pylonen ontvangt (ontvangen) van het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem (hen) behoorlijk ingevuld en ondertekend vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.
Alle aangiftes dienen uiterlijk op 30 september van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur te worden ingediend.
Artikel 7:
De belastingplichtige dient elke wijziging in het aantal masten en/of pylonen, zoals gedefinieerd in artikel 2 van dit reglement, waarvan hij eigenaar is geworden tijdens het aanslagjaar op eigen initiatief aan het gemeentebestuur bekend te maken binnen de maand na de wijziging.
Artikel 8:
Bij onvolledige, onjuiste, onnauwkeurige aangifte of bij gebrek aan tijdige aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop deze belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve belasting wordt verhoogd met 50 % van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Artikel 9:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 10:
De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Dit aanslagbiljet moet, na ontvangst van het uitvoerbaar verklaarde kohier door de financieel directeur, zo spoedig mogelijk aan de belastingschuldige worden overhandigd.
Artikel 11:
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, enerzijds naar de bezwaarindiener en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur.
Artikel 12:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 13:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van de lijst ad hoc op de webtoepassing van de gemeente.