Het retributiereglement op het afleveren van administratieve documenten burgerzaken dient hernieuwd te worden.
Voor de aanmaak en levering van de uit te reiken identiteitsdocumenten, rijbewijzen en reispassen dient het gemeentebestuur een vergoeding te betalen aan de federale overheid, het aanmaakloon. Het is dus aangewezen om van de aanvrager van de dienstverlening een billijke bijdrage te vragen in de kostprijs van deze administratieve documenten.
Het aanmaakloon wordt jaarlijks geïndexeerd door de federale overheid en vormt de basiscomponent van de gemeentelijke retributie. Naar aanleiding van de behandeling van de aanvragen en de uitreiking van deze documenten maakt het bestuur ook zelf kosten. Het is bijgevolg evident dat de retributie bestaat uit de prijs van het aanmaakloon en een verhoging voor de gemeentelijke kost.
Aangezien het aanmaakloon voor de administratieve documenten wordt geïndexeerd, behouden we de huidige verhogingen.
Het rijbewijs met rijgeschiktheidsattest van groep 1 wordt afgeleverd aan personen met een fysieke of geestelijke beperking. Voor het hernieuwen van rijbewijzen met rijgeschiktheidsattest van groep 1 dient het gemeentebestuur geen vergoeding te betalen aan de federale overheid. Het is dus evident dat ook het gemeentebestuur geen vergoeding vraagt voor het afleveren van dergelijke rijbewijzen in geval van hernieuwing.
Het is aangewezen om het gemeenteraadsbesluit van 11 februari 2019 betreffende het aannemen van een retributieverordening op het afleveren van administratieve documenten burgerzaken op te heffen vanaf 1 januari 2026.
De ontvangsten en uitgaven van de gemeente moeten in evenwicht gehouden worden. Het hernieuwen van deze retributie is budgettair noodzakelijk.
De artikelen 41 en 162 van de Grondwet.
De artikelen 40, 41,177, 286, 287, 288 en 326 tot en met 341 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De artikelen 1, 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 11 februari 2019 betreffende het aannemen van een retributieverordening op het afleveren van administratieve documenten burgerzaken.
Artikel 1:
Het gemeenteraadsbesluit van 11 februari 2019 betreffende het aannemen van een retributieverordening op het afleveren van administratieve documenten burgerzaken wordt opgeheven vanaf 1 januari 2026.
Artikel 2:
Er wordt een retributie geheven voor afleveren van administratieve documenten burgerzaken beginnend op 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2028.
Artikel 3:
Het bedrag van de retributie op het afleveren van administratieve documenten burgerzaken wordt als volgt vastgesteld:
Artikel 4:
De retributie is verschuldigd door de persoon aan wie het document door het gemeentebestuur op aanvraag of ambtshalve wordt uitgereikt.
Artikel 5:
De retributie wordt betaald bij de aanvraag van het administratief document burgerzaken.
Artikel 6:
Bij gebrek aan betaling in der minne, wordt het niet betwiste gedeelte van de retributie ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van art. 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Het betwiste gedeelte van de retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de regels van de burgerlijke rechtspleging.
Artikel 7:
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 8:
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking op de webtoepassing.